
© CPU – Kaat Hellinckx
Hoeveel muziek er ook lijkt te bestaan in de wereld, er is altijd nog een genre dat onder de radar blijft. Zo is de jamscene, in Europa althans, daar een goed voorbeeld van. Waar velen wel mythische verhalen gehoord zullen hebben over The Grateful Dead als veruitwendiging van de hippiecultuur, zijn er vandaag nog steeds groepen die die traditie wensen voort te zetten. Een van de vaandeldragers van het hedendaagse genre deelt zijn naam met een band die in de Lage Landen wél bekendheid geniet: Goose. De groep timmert al meer dan tien jaar aan de weg en is deze week toe aan zijn vierde studioplaat. We spraken een tijdje terug met bandleider Peter Anspach vanuit zijn hotelkamer in Toronto over dat nieuwe album, maar onder andere ook over zijn plaats binnen de muziekwereld.
Jullie zijn voor het eerst in Canada. Hoe is dat?
Het is hier koud en besneeuwd, maar ook geweldig. We spelen hier voor het eerst en het publiek is superenthousiast. Je voelt echt dat mensen blij zijn dat we eindelijk langskomen. Dat is voor ons heel bijzonder.
Voor een Europees publiek dat jullie nog niet kent: hoe zou je Goose omschrijven?
We worden vaak in het hokje ‘jamrock’ geplaatst: denk aan The Grateful Dead-invloeden, lange improvisaties… maar we gaan veel breder dan dat. Je hoort bij ons jazz, rock, indiepop, folk… Het is een soort kermis van genres die samenkomen op een manier die gewoon goed voelt. Het moet leuk zijn om naar te luisteren, dat is het belangrijkste.
Sommige mensen noemen “Give It Time”, de eerste single van Everything Must Go, ‘Christian Rock’. Wat vind je daarvan?
Dat vind ik erg grappig. Ik snap niet helemaal waar dat vandaan komt. Misschien omdat het woord ‘hallelujah’ erin zit? Maar kom, dat is ook gewoon de titel van een van de mooiste liedjes ooit geschreven. Dat maakt het geen christelijke rock. In Europa heb je die hele ‘Christian rock’-scene sowieso minder, toch? Soms denk ik dat mensen gewoon iets zoeken om negatief over te doen. Alsof het niet oké is dat iets gewoon goed is. Zodra iets impact maakt, komt er ook kritiek. Dat hoort erbij. Maar als je daar bang voor bent, doe je nooit iets nieuws of creatiefs.
Gaan jullie als band altijd zo om met kritiek?
We proberen het wel. Soms lees je toch te veel online en dan kan het je raken. Maar op zo’n moment moet je even terug naar de basis: met de band bespreken waarom je dit doet. Dan zeg je gewoon tegen elkaar: ‘Er is helemaal niets mis met dit nummer’, of ‘Die jam was fantastisch.’ Dat helpt. Je kan jezelf verliezen in details, maar als je later terugkijkt, zie je het grotere geheel. Dan denk je: dat was eigenlijk een geweldig jaar, of een prachtige plaat. En ooit zeggen we misschien: dat was een ongelooflijk decennium. Het is gewoon belangrijk om jezelf eraan te herinneren dat het grotere plaatje er altijd is, ook als je er middenin zit.
Jullie songs kunnen live makkelijk tien, twintig of zelfs dertig minuten duren. Denk je dat dat een drempel vormt voor Europese doorbraak?
Misschien, omdat dat soort muziektraditie daar minder sterk aanwezig is. Maar tegelijk denk ik dat het kan veranderen. Wat wij doen is gebaseerd op iets dat in de VS begon: The Grateful Dead, de jamcultuur. Maar dat betekent niet dat er geen plek is voor dat soort muziek in Europa. We zijn er al geweest, en de respons was verrassend goed.
Jullie speelden in Brussel. Wat herinner je je daarvan?
Dat was een van de kleinste shows die we ooit speelden: en we speelden nog wel op de Anspachlaan! Dat is dus mijn achternaam! Bizar toeval. De sfeer was intiem, de club was klein, maar het publiek was geweldig. Er waren veel Amerikaanse fans meegekomen, maar ook veel Europeanen die ons blijkbaar al kenden. We waren echt verrast: ‘Oh, wow, jullie bestaan ook!’ Ik hoop dat die mensen hun vrienden meenemen als we terugkomen. Wat ik zo mooi vind aan onze fanbase, is dat het echt een community is. We voelen ons gezegend met zulke warme fans.
In april komt er een nieuw album uit. Is dit een kantelpunt?
Ja, het voelt als een nieuwe fase. Veel van de nummers spelen we al lang live, maar in de studio krijgen ze een nieuw leven. Neem “Hungersite”: live is dat een lang uitgesponnen track, maar de studioversie opent ineens deuren naar radiostations en playlists. Dat verandert hoe mensen ons leren kennen.
Wat wil je bereiken met dit album?
Vooral groei. We willen uitbreken uit die exclusieve jamwereld en ook mensen bereiken die misschien meer uit de indiehoek komen, of rockliefhebbers. En ja, Europa staat zeker op onze radar. Studioalbums kunnen echt helpen om nieuwe publieken te bereiken.
Hoe is Goose eigenlijk ontstaan?
Het begon in 2014 met Rick Mitarotonda en Trevor Weeks. Ze zaten samen in een andere band die uiteenviel, en wilden iets nieuws proberen. Rick zat toen op Berklee College of Music in Boston en begon met wat mensen een barbandje: Goose. In het begin was het gewoon een projectje, zonder grote plannen. Ik sloot me eind 2017 aan. Ik speelde toen nog geen toetsen, het ging vooral om de vibe. We zochten geen perfecte muzikanten, maar mensen die bij de groep pasten. En vanaf dat moment begon het echt te lopen.
Een jaar geleden wisselden jullie van drummer. Waarom?
Het is ondertussen een jaar geleden dat Cotter erbij kwam. Onze vorige drummer, Ben Atkind, was een meesterlijke drummer; ik heb veel mooie herinneringen aan het spelen met hem. Maar op een bepaald moment voelden we dat we muzikaal en persoonlijk iets anders nodig hadden. Cotters aanpak past beter bij waar we nu als band staan.
Het is jullie eerste plaat met hem achter de slagbekkens. Hoe was het om met hem te werken in een studiocontext?
Fantastisch. Cotter is een ongelooflijk relaxte gast en een geweldige drummer. Hij denkt muzikaal heel creatief. Op “Animal” hoor je dat echt goed, want zijn groove tilt het hele nummer. En dan die blazers erbij, dat gaf het nog meer punch. Dat soort dingen kun je live simpelweg niet doen, dus in de studio konden we echt losgaan.
Daarnaast zijn jullie zijn de laatste tijd met vier op tour, zonder Jeffrey Arevalo. Hoe is dat voor jullie?
Het was spannend, zeker. Jeff pauzeert even, en we hopen allemaal dat het goed met hem gaat. In het begin voelde dat zwaar, maar nu we wat shows hebben gespeeld, voel ik me beter. De chemie als viertal is er nog steeds. Muziek is het beste medicijn, vooral op moeilijke momenten.
Jullie hebben enorm veel nummers in omloop. Hoe kies je dan wat op het album komt?
Veel van deze songs zijn geschreven in 2022, rond dezelfde tijd. Daardoor voelde het als een logische bundel. Niet echt een conceptalbum, maar er zit samenhang in. Sommige nummers, zoals “Dustin Hoffman”, zijn nog nooit live gespeeld en die bewaarden we speciaal voor de plaat.
De meeste schrijfkredieten lijken bij Rick te liggen. Hoe gaat het schrijfproces bij jullie?
Dat klopt. Rick schrijft de meeste nummers, vaak samen met Matt Campbell. Matt is geen officieel bandlid, maar hij is nauw betrokken. Hij hangt bij ons rond, schrijft mee… hij hoort erbij, zonder dat hij op het podium staat. Soms komt een song voort uit een jam, soms uit een demo. Soms schrijf ik zelf iets, zoals “Iguana Song”: dat schreef ik samen met de gasten van mijn andere band, Great Blue.
Vertel eens over Great Blue. Hoe verhoudt dat zich tot Goose?
Great Blue is mijn oude high school-band. We hebben in die tijd al heel wat geschreven. Goose speelt ook af en toe een Great Blue-nummer, zoals “Yeti”. Tegenwoordig schrijf ik niet vaak meer specifiek voor Great Blue, maar soms komt het voor, zoals bij “Iguana Song”. Dat begon als een nummer met Great Blue, maar belandde uiteindelijk bij Goose. Zo lopen de lijnen soms door elkaar.
Als je terugkijkt naar de tijden dat je als scholier wat plezier maakte met je vrienden: had je dit ooit verwacht?
Nee. Ik wilde gewoon muziek maken, op tour gaan, liedjes schrijven… Maar dat we nu tweeduizend man trekken in Toronto, twee avonden op rij? Dat had ik nooit durven dromen. Ik ben vooral dankbaar voor de muziek, maar nog meer voor de mensen om me heen. Dat gevoel houdt me met beide voeten op de grond.
Everything Must Go verschijnt nu vrijdag via het label No Coincidence.
Facebook / Instagram / Website / Bandcamp
- Source: NEWHD MEDIA