
© CPU – Lennert Nuyttens
Met zijn tweede album Stasis onder de arm is Hippotraktor helemaal klaar om het Belgische metallandschap te veroveren. Het vijftal uit Mechelen zag het levenslicht in het midden van het coronatijdperk en timmerde sindsdien verder aan zijn carrière. Eerste langspeler Meridian deed al vermoeden dat de groep niet zomaar wat op haar instrumenten wil rammen en eerder dit jaar beitelden de muzikanten die indruk vast in steen. Toch wilden we dat gevoel empirisch vaststellen en zo kwamen we gisterenavond terecht in De Centrale, alwaar de Mechelaren het onderste uit te kan haalden.
De schouwspelen voor geopend verklaren was weggelegd voor de Engelse doom-en-sludge-newbies van Sugar Horse. De mannen uit Bristol mochten een greep uit hun discografie komen voorstellen en leken heel zelfverzekerd, maar slaagden er in het begin niet altijd in om die zelfverzekerdheid naar het publiek over te brengen. Pas vanaf “Spit Beach” begonnen we dankzij de snedige riffs meer te geloven in de groep en zagen we rondom ons al wat hoofden op en neer bewegen. Ook het feit dat de frontman zijn vocals niet altijd even goed verzorgde, hielp niet echt bij ons eindoordeel dat Sugar Horse een vrij slordige supportset speelde.

© CPU – Lennert Nuyttens
In the spirit of metal nam Hippotraktor een tweede opener mee op tour, bij de naam van Pijn. Laat je niet misleiden, want we hadden gisteren wel degelijk te maken met een Engelse groep. De frontman woonde namelijk enkele jaren in Amsterdam, waar hij klaarblijkelijk inspiratie opdeed. Niet alleen voor de groepsnaam, maar waarschijnlijk ook voor de kwaliteit van de muziek die hij bracht. In de tijd die Pijn kreeg, speelde het slechts drie nummers, wat in principe niet doet verwonderen als het gros van je repertoire de tien minuten aantikt.
Beginnen deed de groep met “Our Endless Hours”, dat met zijn spoken word-intro wat deed denken aan Public Service Broadcasting. Net zoals bij die laatstgenoemde werkte Pijn de soundscapes in de nummers zeer dynamisch uit en ook de instrumentatie zat telkens strak. Het helpt natuurlijk als je drummer een metronoom heeft ingeslikt. Snedige riffs vlogen ons rond de oren en een helse geluidsmuur blies ons helemaal omver. Daarnaast waren we aangenaam verrast door het feit dat er een cello op het podium stond, die meermaals de gelaagdheid in de muziek tot een hoger niveau wist te tillen. In slechts een half uur tijd wist Pijn ons enorm te begeesteren.

© CPU – Lennert Nuyttens
Een half uurtje later was het dan eindelijk aan Hippotraktor, de plat principal waarvoor het publiek talrijk was afgezakt naar het Gentse. Datzelfde publiek juichte de groep meteen toe vanaf dat ze het podium besteeg. De Centrale had er duidelijk zin in. Beginnen deed de band met het magistrale “Renegade”, dat live al even overweldigend klonk. Het was slechts een van de eerste momenten waarop we voelden hoe het publiek zich kon vinden in die gelaagde mengelmoes van geluiden, maar we stonden na enkele seconden ook al versteld van het muzikale vakmanschap dat zich voor onze ogen ontplooide.
Hoewel onze persoonlijke favoriet al als eerste de revue passeerde, betekende dat niet dat de groep ons niet meer kon boeien. In tegendeel. Met “Silver Tongues” vlak daarna speelde de band een ander albumhoogtepunt bijna verbatim en met “Mover of Skies” werden ook de fans van het eerste uur op hun wenken bediend. Niet dat we dat sentiment vanuit het publiek merkten, want zonder moshpit is het tijdens een metaloptreden vrij moeilijk – als we onszelf niet als maatstaf willen nemen – om een graadmeter te zoeken voor hoe goed de zaal zich amuseert. Toch kregen we door enkele headbangende individuen en schreeuwende fans wel de indruk dat Hippotraktor zijn publiek in de hand had.
Daarnaast wist Hippotraktor ook op een meesterlijke manier de nodige rustpuntjes in zijn set in te bouwen. Vanzelfsprekend leent het genre zich ertoe om wat dynamischer om te springen met de muzikale energie en het feit dat de groep al bewees in de studio op die koord te kunnen dansen als een echte acrobaat, zorgde ervoor dat ze dat live alleen maar moest nabootsen. Met andere woorden: elk rustiger moment, zoals bij “Stasis” bijvoorbeeld, werd met meesterlijke precisie tot een goed einde gebracht, om ons vlak daarna tijdens een volgende drop terug tegen het metalen plafond van De Centrale te gooien.

© CPU – Lennert Nuyttens
Bij het laatste nummer, “Beacons”, huldigde zanger Stefan De Graef nog eens het publiek door ons te bedanken voor de liefde die de groep kreeg. Voor de band waren de laatste paar dagen namelijk emotioneel moeilijk: De Graef verloor zijn vader kort voor de show. Het is daarom vanzelfsprekend dat het optreden van gisterenavond een beladen ondertoon had. In ieder geval leek het voor de groep een motivatie om alles te geven. De riffs kwamen hard binnen dankzij het vakwerk van Chiaran Verheyden en Kristof Du Jardin, en de drums klonken extra punchy door de aanstekelijke speelstijl van Lander De Nyn. Ook de bas van Jakob Fiszer zat bijzonder goed in de mix en bewees bij nummers als “Manifest the Mountain” zijn meerwaarde, te zien aan de lange haren die we toen in het rond zagen zwaaien.
Het is misschien cliché omdat de zaal van gisterenavond zich in een voormalige elektriciteitsfabriek bevond, maar wij voelden bij het optreden van Hippotraktor alleszins grote hoeveelheden stroom in de lucht hangen. Ironisch, net omdat de titel van het laatste album ‘Stilstand’ betekent. De groep greep vanaf seconde een haar toeschouwers vast en liet ze voor exact 55 minuten niet meer los. Voor wie er nog aan twijfelde: als je een nijlpaard op je af ziet komen, kan je maar beter maken dat je wegkomt.
Wie Hippotraktor ook live wil zien, kan op 28 november naar De Casino in Sint-Niklaas, op 7 december naar De Warande in Turnhout, of begin volgend jaar op 22 januari in de Antwerpse Trix terecht.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Renegade
Silver Tongue
Mover of Skies
God Is in the Slumber
The Indifferent Human Eye
Stasis
Manifest the Mountain
Beacons