
© CPU – Mathias Verschueren (archief)
Na ons twee dagen lang uit te leven op het beste wat de postrockscene te bieden had, kwamen we gisteren aan bij de laatste etappe van dunk!festival 2025. Ook gisteren zagen we enkele geweldige artiesten de revue passeren, met zowel melodieuze gitaren als experimentele uitspattingen. Wie dacht dat dag drie synoniem zou staan voor uitbollen of indommelen, had het mis: ook op deze slotdag kregen we een indrukwekkend palet aan artiesten voorgeschoteld. De muziek bleef tot het einde toe scherp, verrassend en meeslepend. Een finaledag die niet enkel afrondde, maar nog één keer onderstreepte waarom dunk! een vaste waarde is voor liefhebbers van avontuurlijke klank.
Black Narcissus @ Concertzaal
De aftrap van de dag in de Concertzaal was voor het vaderlandse Black Narcissus, en dat bleek meteen een opvallende keuze. De band, die balanceert tussen donkere postrock en filmische spanning, wekte nog vóór de eerste noot al nieuwsgierigheid op. Als eerste act de toon zetten is geen eenvoudige opdracht, maar toch slaagde het duo erin om al vroeg op de dag zijn publiek helemaal mee te sleuren.
Met slechts twee muzikanten om je hele sound te dragen moet je als band creatief uit de hoek komen. Bassist Jesse Massant toverde zo met behulp van een heel gamma aan pedalen zijn instrument om tot een combinatie van allerlei snaarinstrumenten. Vooral op het nummer “These Hands That Build” werd duidelijk dat we hier met een staaltje muzikale kwaliteit van de bovenste plank te doen hadden. Zowel de muziek als de zaal leek enthousiast om de laatste festivaldag te mogen inleiden. De Belgen leverden een muzikale performance af om nog lang trots op te zijn.
Treebeard @ Concertzaal
De organisatie van dunk! verwelkomde met Treebeard een bijzondere gast van ver: deze Australische band stond gisteren namelijk voor het eerst op een Europees podium. Met een gelaagde mix van postrock, shoegaze en postmetal vulde ze de zaal op meeslepende wijze. Live gaf het viertal nog een extra progressieve touch aan het geheel à la Belgische trots Psychonaut, waardoor het optreden meteen wat inleefbaarder werd. Voor Treebeard had zich net zoals bij Black Narcissus een zekere menigte verzameld: altijd mooi om te zien dat nieuwe projecten ook door omstaanders naar waarde worden geschat.
Met “Incognita” begon de band een retestrak betoog dat de hele concertzaal meteen bij zijn lurven nam. De Australiërs hadden het genoegen om voor een uiterst dankbaar publiek te spelen en dat merkte je aan elke interactie die tussen de twee gebeurde. Vooral het verhaal van frontman Josh Bills over zijn overleden vader raakte de zaal diep – getuige de verzengende stilte. Hoewel Treebeard wat meer unieke riffs kan gebruiken om zijn discografie mee op te fleuren, leek het dunk!-publiek meer dan tevreden met wat de groep tentoonstelde. Daarom mag Treebeard zeker snel terug in een van onze zalen verschijnen.
James Blackshaw @ Theaterzaal
In de intieme setting van de Theaterzaal was het de Britse gitarist James Blackshaw die voor een moment van verstilling zorgde. Zijn hypnotiserende, akoestische composities gleden als golven door de ruimte, wat voor een breekbaar contrast zorgde met het zwaardere werk elders op het programma. Met alleen zijn akoestische gitaar in de hand was het voor ons dan ook een grote stap terug van de bands die we tot dan toe al gezien hadden. Toch wist Blackshaw met zijn instrumentale muziek voor een welkom rustpunt te zorgen waar ook de Theaterzaal duidelijk van genoot. Dat ook Blackshaw zelf genoot van de aandacht die hij kreeg, keerde terug in de finesse waarmee hij zijn werk aan ons voorstelde. Al bij al speelde de Brit dus een degelijke set die onze appreciatie verdient.
I Hear Sirens @ Concertzaal
Vanuit Salt Lake City zakte I Hear Sirens af naar Gent, klaar om zijn melancholische postrock over de Concertzaal uit te storten. De muziek, even dromerig als krachtig, stond garant voor meeslepende opbouw en emotionele erupties: precies het soort reis waar dunk!-liefhebbers voor komen. Dat de groep diep in de harten van de festivalgangers zit, werd meteen duidelijk toen ze het podium besteeg onder het gejoel van meerdere publieksleden. I Hear Sirens speelde een set waar elke postrockgroep notities bij zou moeten nemen, zonder daarbij heel fel uit de hoek te moeten komen.
Begrijp ons niet verkeerd: de groep uit Utah is erom gekend fel te kunnen uithalen, maar evenwel wist ze gisteren genoeg gelaagdheid in de rustige momenten te brengen. Daardoor klonken de Amerikanen ook tijdens de rustigere stukken overtuigend genoeg om de hele zaal mee te krijgen. Bij nummers als “Ad Caelum” en “011” wisten ze die twee uitersten bijvoorbeeld perfect te combineren, zodat de spanningsboog gedurende alle nummers bewaard bleef. In essentie gaven ze een uiterst dankbare set waar menig aanwezige met een glimlach aan zal terugdenken.
De Mannen Broeders @ Theaterzaal
Met De Mannen Broeders was er door het bijzijn van Colin Van Eeckhout ook vertegenwoordiging van Church of Ra op het festival te zien. De mix van gregoriaans gezang, poëzie en drone zorgde voor een eigenzinnige en mystieke passage in de Theaterzaal. We verwachtten met andere woorden geen hevige Amenra-klanken die het gebouw op zijn grondvesten doen daveren, maar eerder een ingetogen sfeer die ons dwong open te staan voor de expressiekunt van de Zeeuw Tonnie Dieleman, alias broeder Dieleman. Door die mystieke sfeer was de Theaterzaal om twintig na zeven al vrij goed volgelopen en werden we al getrakteerd op enkele rustige cultachtige klanken die uit de boxen galmden.
Wat De Mannen Broeders bracht, was meer een performance dan een echt muziekconcert, maar laat dat nu net zijn waar dunk!festival voor dient: de grenzen van muziek opzoeken door middel van groepen die zich niet in een hokje laten duwen. We kregen verhalen te horen van Dieleman die vertelde over het leven thuis in Axel, terwijl CHVE Keltische klanken uit zijn draailier toverde, steeds met daverend applaus tot gevolg. De kunst van deze groep lag erin om zonder religieuze vereisten een sacrale sfeer op het podium te voorzien en vormde zo een welgekomen rustpunt in het midden van een drukke festivaldag.
A Swarm Of The Sun @ Concertzaal
Met A Swarm of the Sun kreeg de Concertzaal een broeierige, beklemmende lading. De Zweden staan bekend om hun minimalistische postmetal die langzaam maar onverbiddelijk onder de huid kruipt. Hun set beloofde geen spektakel, maar wel een sluipend gewicht dat lang zou blijven hangen. Elk nummer dat de band op ons afvuurde, was onverbiddelijk gedoemd om uit te monden in een helse geluidsmuur die climactische proporties aannam.
Openen met een song die de proporties van “The Stand” aanneemt is eigenlijk al een signaal de zaal in sturen dat je als band niet langskomt om met de poppen te spelen. Vrijwel onmiddellijk zagen we mensen rondom ons hevig headbangen en zich de ogen sluitend in een volledig nieuwe wereld wanen. Wat A Swarm Of The Sun gisteren als subheadliner van de concertzaal tentoonstelde was bijna de definitie van ’tension and release’ en gaat bij ons de logboeken in als een van de beste optredens van de editie.
Khan @ Club Wintercircus
Wie dacht dat hij Josh Bills en Beau Heffernan ergens van kende, zou maar eens gelijk kunnen hebben, want de frontman en drummer van Khan speelden eerder op de dag al een voortreffelijke set met hun tweede project Treebeard. Met Khan doken ze later opnieuw het podium op, dit keer gewapend met logge riffs, fuzz en stonerrock-attitude. Een ruwe, energieke uitbarsting die Club Wintercircus soms maar niet altijd op zijn grondvesten deed daveren. Khan speelde namelijk een set met enkele hoogtepunten die de getuigden van muzikale klasse.
We merkten meteen wat voor een goede band Khan is toen we in 2023 enkele nummers uit de plaat Creatures in onze online mix te horen kregen. “How Old”, een van de eyecatchers van dat album, zat al vroeg in de set en klonk al even eye-opening in levende lijve, getuige de reactie van het publiek. Ook “Eyes, Lungs, Arms & Mind”, waarvan we de studioversie gerust een psychedelische revelatie kunnen dopen, klonk hemels in het Wintercircus. Het was echter door die hoge hoogtes dat andere tracks als “Wolves” net dat tikkeltje meer misten om op hetzelfde niveau voor entertainment te zorgen, en zelfs dan zijn die composities van opperbeste kwaliteit. Khan speelde gisteren met andere woorden een vrij consistente set die naar meer smaakt.
Year of No Light @ Concertzaal
Als afsluiter van het festival haalde dunk!festival met Year of No Light een monument binnen. De Franse groep draait al sinds het begin van de jaren 2000 mee en bouwde in die tijd een ijzersterke reputatie op binnen de postmetal. Hun instrumentale composities zijn log, dreigend en meeslepend. Met invloeden uit doom, ambient en black metal creëren ze een geluidsmuur die niet alleen gehoord, maar ook gevoeld moet worden. Een zinderende apotheose, groots en genadeloos, en dat helemaal afgestemd op dunk!festival. Year Of No Light kwam namelijk hun gevierde album Ausserwelt uit 2010 integraal spelen.
Je zou denkfout kunnen maken dat zulke optredens vaak de onvoorspelbaarheidsfactor missen en zo het enthousiasme onderdrukken, maar gisterenavond was niets minder waar. Year Of No Light wist zijn vijftien jaar oude plaat met het nodige oog voor detail nog fris te laten klinken. Opener “Persephone (Enna)” liet niets aan het toeval over en duwde ons in een plonsbad vol logge riffs en grotesque uithalen doordrenkt in reverb. Een volgend hoogtepunt bereikte de groep met “Hiérophante”, dat ook tijdens zijn rustige momenten tekenen uitstraalde van absolute wereldklasse.
Wie Year Of No Light al live heeft gezien, zal kunnen beamen dat je de groep eigenlijk live moet zien om ze te begrijpen. Clichés zijn misschien cringe, maar ze bestaan soms voor een reden. Waar andere bands slechts een greep uit hun discografie zouden presenteren, kozen de Fransen een moeilijkere weg. Tijdens hun set gaven ze namelijk aan dat ze de nummers na lange tijd niet meer gespeeld te hebben opnieuw moesten instuderen. Dat ze tijdens die repetities blijkbaar nog meer uit die oorspronkelijke werken hebben kunnen halen, werd naarmate de set vorderde steeds duidelijker.
Alleen het album was natuurlijk te eenvoudig geweest en dus trakteerde de groep ons nog uit twee tracks uit hun discografie: “Alètheia” en “Stella Rectrix”. Beide nummers gelden als klassiekers binnen de discografie en werden dan ook met veel enthousiasme onthaald door het publiek. Nog een laatste keer speelde de band uit Bordeaux al zijn troeven uit om de concertzaal van de Vooruit helemaal van zijn sokken te blazen. Tegelijk werd op die manier deze jubileumeditie van dunk!festival op een krachtige en dankbare noot afgesloten.
Ons verslag van festivaldag 1 vind je hier.
Ons verslag van festivaldag 2 vind je hier.
- Source: NEWHD MEDIA